Deel 1
“ Wat heb jij eigenlijk meegemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog?”, vroeg ik mijn vader toen we eens mijmerend in de tuin zaten.
Mijn vader was toen de oorlog begon een peutertje van twee en heeft dus zijn vormende jaren in oorlogstijd doorgebracht. Zijn ouders woonden dicht bij de Loonse en Drunense duinen. Zijn verhaal begon met de komst van de Amerikanen. Zij brachten sinaasappelen mee in kratjes. Het oranje fruit had hij nog nooit gezien of gegeten. De kleur en smaak bleven hem bij. Ook dat hij met zijn broer, zusjes en vriendjes met achtergebleven tankbanden speelde.
Ogenschijnlijk niet echt dramatisch. Een redelijk voortkabbelend leven. Totdat hij vertelde dat ze ook wel eens stiekem in het echte bos gingen spelen. Dat mocht niet. Mijn vader, ik herinner maar weer even aan zijn leeftijd in die tijd, zag een vrachtwagen het bos inrijden. De deuren gingen open. Mijn vader dacht dat er koeien aan haken hingen. Het waren dode mensen.
In diezelfde jaren werd zijn zus geraakt door een granaat. Sindsdien ging deze schoonheid door het leven met een gat door haar schouder.
School was van ondergeschikt belang en had weinig inhoud, aldus mijn vader. Men leerde van het leven.
Zijn vader hield het gezin financieel stabiel door illegaal schoenen te maken en te verkopen. Mannen van zijn leeftijd werden vaak opgepakt om te gaan werken in Duitsland. Hij dook dan ook regelmatig onder. In dit geval is wonen bij een echt bos superhandig. Als hij dan toch eens gepakt en op de trein gezet werd dan wist hij te ontsnappen. Hij heeft daar regelmatig gebroken ledematen aan overgehouden. Op de terugreis stuurde hij zijn gezin via via briefjes.
In dezelfde periode dat ik mijn vader naar zijn oorlogservaringen vroeg waren de lokale jongens behoorlijk gefixeerd op het echte bos en zijn geheimen. Menigmaal kwam ook mijn broer thuis met roestige legerhelmen met gaten op plekken waarvan je je met terugwerkende kracht kunt afvragen of de eigenaar ervan het overleefd heeft. Ritsen kogels die aan elkaar geklonken waren middels ijzeren scharniertjes. Munitiekistjes, messen, riemen, provianddozen enz. De Loonse en Drunense duinen waren een schatkamer aan oorlogshistorie. Er werd verwoed verzameld door deze jongens. Stoer met een granaat thuiskomen was normaal. Tenminste, dat dachten ze. Granaten werden ontdaan van het kruit zodat het niet zou ontploffen. De granaat lag vervolgens on display in de slaapkamer van de puber in kwestie. Zonder enige zorg.
Totdat een jongen een granaat tot ontploffing bracht door er een gat in te boren. Die jongen is voor het leven verminkt. Het laatste wat ik van hem weet is dat hij werkzaam is in het nabijgelegen en welbekende sprookjesbos. De rest van de stoere jongens kreeg huisbezoek van de Militaire Opruimingsdienst. De slaapkamers werden ontdaan van de mini musea. Zo ook bij mij thuis. Heel kalm vertelde mijn moeder ’s avonds dat de MO had gezegd: “mevrouw , weet u wel dat uw zoon een hele wijk had kunnen opblazen?”
Dit verhaal bereikte de landelijke media en een van de jongens had een dusdanig groot arsenaal dat men zelfs bij het leger zei nog nooit zoiets in privé- bezit te hebben gezien. De pubers waren not amused. Al dat “ mannenspeelgoed” aangetroffen in het bos dichtbij werd in beslag genomen.
Het was gebruikelijk dat we iedere zondag gingen wandelen door de Loonse en Drunense duinen. We, dat waren mijn grootvader, vader, ooms, kleinkinderen en hond Bobbie. Vaak vertelde mijn grootvader zin en onzinverhalen over de beesten die woonden in het bos. Elfenbankjes, heksenkringen, everzwijnen, herten enzovoort werden voorzien van verhalen passend bij de tijd en de stemming van de oude man. Dezelfde man die decennia daarvoor regelmatig schuilde in het bos. Zo was er een zondag dat we langs een pad liepen waar wat uit de grond stak. Daarnaast stond een boswachter en een gevarendriehoek. Er was al gebeld. Een oude bom. Gelukkig was er niemand op gereden zei de boswachter. Dit was geen incidentele gebeurtenis. Het gebeurde regelmatig dat er allerlei oorlogsmateriaal werd aangetroffen in de natuurlijke omgeving van het echte bos.
Jaren later heeft het leger een grote schoonmaakactie gehouden door het echte bos. Veel bommen zijn onschadelijk gemaakt. De kans dat er nog wat aangetroffen zou worden was minimaal stelde men toen.
Het dorp bleef verbonden met het oorlogsverhaal. De verschrikkingen van het verleden bleven nog lang voelbaar in het echte bos.
De laatste decennia is het echte bos een ware publiekstrekker. Er zullen nog weinig mensen zijn die al fietsend en wandelend de gruwelen die daar hebben plaatsgevonden levendig voor de geest kunnen halen.
Ik zag een berichtje dat Wilders een groot fan is van het sprookjesbos dat nog geen kilometer van het echte bos ligt. Dat verbaast mij niets. Iemand die een extreemrechtse visie als een oplossing ziet voor onze maatschappelijke problemen gelooft inderdaad in sprookjes.
Niet lang daarna las ik een artikel dat men in het sprookjesbos een granaat heeft aangetroffen. En daarna nog een. Wil het echte bos ons misschien vertellen dat sprookjes niet bestaan?
Het Eftelingelfje